Als volwassenen terugkijken op hun jeugd, hebben ze het vaak over zorgeloze jaren, waarin het leven nog eenvoudig en overzichtelijk was. Je gaat naar school, maakt vrienden en beleeft leuke en onvergetelijke momenten met elkaar. Toch? Wat nou als die tijd helemaal niet zo veilig is? Als je al heel jong wordt gepest, om een reden die je nooit begrijpt? Als je voortdurend wordt buitengesloten door klasgenoten, zodat je nog jarenlang het gevoel zult hebben dat je niets waard bent? Dat je er niet mag zijn? Christel Tekelenburg kent dat gevoel maar al te goed, maar ze wist haar negatieve ervaringen om te buigen tot een kracht. Nu is het haar droom om andere kinderen te helpen.
Zie je dat meisje?
Christel is nog maar een jaar of zeven oud als het pesten begint. Zie je dat eenzame meisje op het schoolplein staan, een beetje aan de kant? Ze kijkt met een verlangende blik naar de andere kinderen, die in verschillende groepjes met elkaar spelen. Ze wil dolgraag meedoen, maar niemand vraagt of ze erbij komt. Ze roepen dat zij besmettelijk is, rennen van haar weg en lachen haar uit. Ze hoort er niet bij, nooit. Dat gevoel kruipt langzaam bij haar naar binnen en zet zich vast in haar lijf. Ieder jaar hoopt ze dat het anders zal zijn in een nieuwe klas met een nieuwe juf. Maar nee, ze is en blijft het pispaaltje. School wordt iets om tegenop te zien.
Van kwaad tot erger
Soms zien de juffen wat er gebeurt, maar vaak ook niet. Soms krijgt iemand straf, maar nog vaker komen de pesters ermee weg. Omdat schijnbaar niemand weet hoe ze de situatie moeten aanpakken, gaat het van kwaad tot erger. Christel wordt nu ook fysiek bedreigd, geduwd en geslagen, zelfs zo erg dat ze een keer tegen een hek belandt en daar een blijvend litteken aan overhoudt. Om haar te beschermen, neemt de school een uitzonderlijke maatregel. Het kamp, de eindmusical, de afscheidsfeestjes: ze zeggen dat het beter is als ze niet meedoet. Christel moet thuisblijven. Goed bedoeld misschien, maar voor haar is het alsof zij gestraft wordt voor iets waar ze helemaal niets aan kan doen. Weer is ze alleen. Het laat diepe sporen van onzekerheid en schaamte bij haar achter.
Eindelijk stopt het
Erover praten probeert ze wel, maar het is moeilijk. Ze wil haar familie niet belasten. Ze denkt dat niemand haar kan helpen. Ze houdt haar mond, zoals ze altijd heeft gedaan. Soms wil ze er gewoon niet meer zijn, en op de allerzwartste momenten is ze maar een paar stappen van de dood verwijderd. Pas in de derde klas van de middelbare school staat een docent voor haar op. Ze kan wel door de grond zakken als hij de klas toespreekt en zegt dat dit gedrag echt niet oké is, maar ze voelt zich ook gesteund. Eindelijk. Dat is het moment waarop het pesten stopt, maar nog jarenlang worstelt ze met de gevolgen ervan, verdrietig om alles wat ze heeft gemist en wat zo anders had kunnen zijn…
“Pas na heel veel gesprekken en keihard werken, voelde ik dat er iets veranderde.”
En nu?
Stop. We spoelen de tijd even door en maken een grote sprong naar de dag van nu. Er loopt een jonge vrouw door het park. De herfstzon speelt met haar lange blonde haar terwijl ze haar verhaal vertelt; behoedzaam, maar zelfbewust. Soms schemert het meisje van vroeger even door haar woorden heen, maar ze oogt niet langer klein en zeker niet kwetsbaar. Sterker nog, Christel heeft van haar verleden haar toekomst gemaakt, en van haar nachtmerrie een droom:
“Pas na heel veel gesprekken en keihard werken, voelde ik dat er iets veranderde. Op de middelbare school heb ik in het laatste jaar de overstap gemaakt van horeca naar zorg & welzijn. Ik weet nog heel goed dat ik in de bus zat en dat ik toen het besluit nam dat ik andere kinderen wilde helpen. De overstap kostte me veel overtuigingskracht. Voor het laatste leerjaar regelde ik zelf mijn stage bij een kinderdagverblijf. Pas toen gaf school mij het voordeel van de twijfel.”
“Hoe meer ik leerde, hoe meer de boosheid naar de achtergrond verdween.”
Ik begon aan de opleiding zorg & welzijn met het idee om in de kinderopvang aan het werk te gaan, maar zo’n half jaar geleden groeide in mijn hoofd een ander plan. Wat nou als ik mijn ervaringen op scholen zou delen om meer aandacht te vragen voor de enorme impact van pesten? Wat als ik daarover lessen zou gaan ontwikkelen en geven? Wat als ik daarmee het verschil zou kunnen maken, al was het maar voor één kind?
Ik ging me verdiepen in pestgedrag en las alles wat ik daarover te weten kon komen. Hoe meer ik leerde, hoe meer de boosheid naar de achtergrond verdween. Door te begrijpen hoe groepsgedrag werkt en hoe iedereen daarin een aandeel heeft, kon ik mijn verleden steeds beter afsluiten. Ik kwam zelfs weer in contact met één van de pesters van vroeger en binnenkort gaan we elkaar ontmoeten. Waarom ik, dat is de vraag waarop ik zo graag een antwoord zou krijgen. En hij, wat heeft het met hem gedaan? Is hij zich bewust van de invloed die hij op mijn leven heeft gehad en wat voelt hij daarbij? Was hij misschien zelf ook onzeker?
Mijn plan is om trainingen te gaan geven als ervaringsdeskundige. Ik wil kinderen de kans geven om over pesten te praten en misschien ook over andere maatschappelijke onderwerpen. In eerste instantie denk ik aan basisscholen, maar later zou ik mijn kennis ook willen inzetten op middelbare scholen en bij bedrijven die daar behoefte aan hebben.
Natuurlijk, er zijn al allerlei pestprotocollen op scholen, maar ik denk echt dat mijn verhaal andere kinderen kan helpen, omdat ik hen daadwerkelijk begrijp. Ik wil ouders, leerkrachten en andere volwassenen helpen om het patroon te herkennen en te doorbreken. Zelf heb ik die antennes voortdurend aan staan. Ik voel meteen hoe de verhoudingen in een groep liggen en daarmee kan ik nu mijn voordeel doen.
Mijn verleden is misschien heftig geweest, maar er zijn altijd mensen die nóg ergere dingen meemaken. Ik voel dat ik hier iets mee moet doen en ik ga het gewoon proberen. Ik ben van heel ver gekomen, maar ik heb het overleefd en dat maakt me sterker dan ooit. Ineens komen er mensen op mijn pad die me verder wilden helpen, omdat ze in mijn idee geloven. Ik krijg mooie kansen die ik nooit had verwacht en daar ben ik onwijs dankbaar voor. Ik ben altijd onzeker geweest, maar nu heb ik de kracht gevonden om gelukkig te zijn. Ik heb mijn droom gevonden. Ik ben weliswaar gepest, maar ik voel me niet langer een slachtoffer.”